Delen via


VECTORPROPERTY (Transact-SQL)

Van toepassing op: SQL Server 2025 (17.x) Preview Azure SQL DatabaseAzure SQL Managed InstanceSQL-database in Microsoft Fabric Preview

De VECTORPROPERTY functie retourneert specifieke eigenschappen van een bepaalde vector. Voor de functie zijn twee argumenten vereist: de vector zelf en de eigenschap die moeten worden opgehaald.

Note

VECTORPROPERTYis beschikbaar in Azure SQL Managed Instance met het updatebeleid voor SQL Server 2025 of Always-up-to-date update.

Syntax

Transact-SQL syntaxis-conventies

VECTORPROPERTY(vector , property)

Arguments

vector

Een geldige vector van het vectortype . Dit kan een expressie zijn, zoals een variabele of een verwijzing naar een kolom.

De invoervector kan worden opgegeven als [tablename].[colname] of als een geldige variabele van het vectortype .

property

Een expressie die de naam van de database-eigenschap opgeeft die moet worden geretourneerd. De eigenschap ondersteunt een van de volgende waarden:

Property Description Geretourneerde waarde
Dimensions Aantal afmetingen van retourvector Een geheel getal met het aantal dimensies.
BaseType Het basistype van de retourvector sysname met de naam van het gegevenstype.

Het standaardbasistype voor vectoren is momenteel ingesteld op float (32-bits).

Retourwaarde

De functie retourneert de specifieke eigenschappen van een bepaalde vector op basis van de geselecteerde eigenschap. Voorbeeld:

  • Als de eigenschap is Dimensions, retourneert de functie een geheel getal dat het dimensieaantal van de vector vertegenwoordigt.
  • Als de eigenschap is BaseType, retourneert de functie de naam van het gegevenstype (sysname).

Examples

Dimensieaantal ophalen

Declareer in het volgende voorbeeld een vector met drie dimensies en haal het aantal dimensies op. De VECTORPROPERTY functie retourneert de gehele waarde 3 die het aantal dimensies vertegenwoordigt.

DECLARE @v AS VECTOR(3) = '[1,2,3]';

SELECT VECTORPROPERTY(@v, 'Dimensions');

Aantal geretourneerde dimensies

In het volgende voorbeeld wordt het aantal dimensies van een vectorkolom embeddings opgehaald uit een tabel mytable.

CREATE TABLE mytable
(
    id INT IDENTITY NOT NULL PRIMARY KEY,
    embeddings VECTOR(3) NOT NULL
);

INSERT INTO mytable (embeddings)
VALUES
    ('[4, -2, -1]'),
    ('[1, 3, -5]'),
    ('[7, -8, -10]'),
    ('[4.0, 0.2, -1.1]'),
    ('[0, 0, 0]'),
    ('[10, 10, 10]'),
    ('[-0.1, -0.2, -0.3]');

SELECT VECTORPROPERTY(t.embeddings, 'dimensions')
FROM mytable AS t;

Returns:

Dimensions
----------
3
3
3
3
3
3
3