Notitie
Voor toegang tot deze pagina is autorisatie vereist. U kunt proberen u aan te melden of de directory te wijzigen.
Voor toegang tot deze pagina is autorisatie vereist. U kunt proberen de mappen te wijzigen.
Van toepassing op: SQL Server 2016 (13.x) en latere versies
SQL Server 2016 (13.x) verwijdert:
- DQS (Data Quality Services)
- Master Data Services (MDS)
Zie voor meer informatie over afgeschafte functies in andere versies van SQL Server:
- In onbruik geraakte database-engine-functies in SQL Server 2025 (17.x) Preview
- Verouderde database-enginefuncties in SQL Server 2022 (16.x)
- Afgeschafte database-enginefuncties in SQL Server 2019 (15.x)
- Afgeschafte database-enginefuncties in SQL Server 2017 (14.x)
Uitfaseringsrichtlijnen
In dit artikel worden de afgeschafte sql Server Database Engine-functies beschreven die nog steeds beschikbaar zijn in SQL Server 2016 (13.x). Afgeschafte functies mogen niet worden gebruikt in nieuwe toepassingen.
Wanneer een functie is gemarkeerd als afgeschaft, betekent dit:
- De functie bevindt zich alleen in de onderhoudsmodus. Er worden geen nieuwe wijzigingen toegevoegd, inclusief wijzigingen met betrekking tot de interoperabiliteit met nieuwe functies.
- We streven ernaar om een afgeschafte functie niet te verwijderen uit toekomstige releases om upgrades eenvoudiger te maken. In zeldzame situaties kunnen we er echter voor kiezen om de functie permanent uit SQL Server te verwijderen (verwijderen) als dit toekomstige innovaties beperkt.
- Gebruik voor nieuwe ontwikkelwerkzaamheden geen afgeschafte functies. Plan voor bestaande toepassingen om deze, die momenteel gebruikmaken van deze functies, zo snel mogelijk te wijzigen.
Voor SQL Server 2017 (14.x), zie afgeschafte functies van de database-engine in SQL Server 2017 (14.x).
U kunt het gebruik van afgeschafte functies bewaken met behulp van het prestatiemeteritem voor afgeschafte functies van SQL Server en traceringsevenementen. Zie SQL Server-objecten gebruikenvoor meer informatie.
De waarde van deze tellers is ook beschikbaar door de volgende instructie uit te voeren:
SELECT * FROM sys.dm_os_performance_counters
WHERE object_name LIKE '%SQL%Deprecated Features%';
Functies afgeschaft in de volgende versie van SQL Server
De volgende SQL Server Database Engine-functies worden niet ondersteund in een toekomstige versie van SQL Server. Gebruik deze functies niet in nieuwe ontwikkelwerkzaamheden en wijzig toepassingen die deze functies momenteel zo snel mogelijk gebruiken. De waarde van de functienaam wordt weergegeven in traceringsevenementen als objectnaam en in prestatiemeteritems en sys.dm_os_performance_counters als de naam van het exemplaar. De functie-id waarde wordt weergegeven in traceringsevenementen als object-id.
| Categorie | Afgeschafte functie | Vervanging | Functienaam | Functie-ID |
|---|---|---|---|---|
| Back-up en herstel |
RESTORE { DATABASE | LOG } WITH [MEDIA]PASSWORD wordt nog steeds afgeschaft.
BACKUP{ DATABASELOG | } WITH PASSWORD en BACKUP { DATABASE | LOG } WITH MEDIAPASSWORD worden stopgezet. |
Geen |
BACKUP DATABASE of LOG WITH PASSWORDBACKUP DATABASE of LOG WITH MEDIAPASSWORD |
104 103 |
| Compatibiliteitsniveaus | Upgrade van versie 100 (SQL Server 2008 (10.0.x) en SQL Server 2008 R2 (10.50.x)). | Wanneer een SQL Server-versie niet meer wordt ondersteund, wordt het bijbehorende databasecompatibiliteitsniveau gemarkeerd als afgeschaft. We blijven echter toepassingen ondersteunen die zo lang mogelijk zijn gecertificeerd op elk ondersteund databasecompatibiliteitsniveau om de upgrades eenvoudiger te maken. Zie ALTER DATABASE (Transact-SQL) compatibiliteitsniveau voor meer informatie over compatibiliteitsniveaus. | Databasecompatibiliteitsniveau 100 | 108 |
| Databaseobjecten | Mogelijkheid om resultaatsets te retourneren van triggers | Geen | Resultaten van trigger retourneren | 12 |
| Encryptie | Versleuteling met RC4 of RC4_128 is afgeschaft en wordt verwijderd in de volgende versie. Het decoderen van RC4 en RC4_128 is niet verouderd. | Gebruik een ander versleutelingsalgoritmen zoals AES. | Afgeschaft versleutelingsalgoritmen | 253 |
| Hash-algoritmen | Het gebruik van MD2, MD4, MD5, SHA en SHA1 is afgeschaft. | Gebruik in plaats daarvan SHA2_256 of SHA2_512. Oudere algoritmen blijven werken, maar er wordt een deprecated-waarschuwing gegeven. | Afgeschaft hash-algoritme | Geen |
| Externe servers | sp_addremoteloginsp_addserversp_dropremoteloginsp_helpremoteloginsp_remoteoption |
Vervang externe servers door gekoppelde servers te gebruiken.
sp_addserver kan alleen worden gebruikt met de lokale optie. |
sp_addremoteloginsp_addserversp_dropremoteloginsp_helpremoteloginsp_remoteoption |
70 69 71 72 73 |
| Externe servers | @@remserver | Vervang externe servers door gekoppelde servers te gebruiken. | Geen | Geen |
| Externe servers | SET REMOTE_PROC_TRANSACTIONS |
Vervang externe servers door gekoppelde servers te gebruiken. | SET REMOTE_PROC_TRANSACTIONS |
110 |
| Tabelhints | HOLDLOCK-tabelhint zonder haakjes. | Gebruik HOLDLOCK met haakjes. | HINT VOOR HOLDLOCK-tabel zonder haakjes | 167 |
Functies afgeschaft in een toekomstige versie van SQL Server
De volgende sql Server Database Engine-functies worden ondersteund in de volgende versie van SQL Server, maar worden afgeschaft in een latere versie. De specifieke versie van SQL Server is niet bepaald.
| Categorie | Afgeschafte functie | Vervanging | Functienaam | Functie-ID |
|---|---|---|---|---|
| Compatibiliteitsniveaus | sp_dbcmptlevel |
ALTER DATABASE ... SET COMPATIBILITY_LEVEL. Zie ALTER DATABASE (Transact-SQL) compatibiliteitsniveauvoor meer informatie. |
sp_dbcmptlevel | 80 |
| Compatibiliteitsniveaus | Databasecompatibiliteitsniveau 110 en 120. | Plan om de database en toepassing voor een toekomstige release te upgraden. We blijven echter toepassingen ondersteunen die zo lang mogelijk zijn gecertificeerd op elk ondersteund databasecompatibiliteitsniveau om de upgrades eenvoudiger te maken. Zie ALTER DATABASE (Transact-SQL) compatibiliteitsniveau voor meer informatie over compatibiliteitsniveaus. | Databasecompatibiliteitsniveau 110 Databasecompatibiliteitsniveau 120 |
|
| XML | Inline XDR-schemageneratie | De XMLDATA-instructie voor de FOR XML optie is afgeschaft. Gebruik XSD-generatie in het geval van RAW en AUTO modi. Er is geen vervanging voor de XMLDATA-instructie in de EXPLICT-modus. |
XMLDATA | 181 |
| XML | sys.sp_db_selective_xml_index |
ALTER INDEX ... DISABLEZie ALTER INDEXvoor meer informatie. |
sys.sp_db_selective_xml_index | |
| Backups en herstel | BACKUP { DATABASE | LOG } NAAR TAPE BACKUP { DATABASE | LOG } TO apparaat_dat_een_tape_is |
BACKUP { DATABASE | LOG } NAAR SCHIJF BACKUP { DATABASE | LOGBOEK } NAAR apparaat_dat_een_schijf_is |
BACK-UPDATABASE OF LOGBOEK NAAR TAPE | 235 |
| Backups en herstel | sp_addumpdevice 'tape' |
sp_addumpdevice 'disk' |
ADDING TAPE DEVICE |
236 |
| Backups en herstel | sp_helpdevice |
sys.backup_devices |
sp_helpdevice |
100 |
| Sorteerwijzen | Korean_Wansung_Unicode Litouwse Klassieker SQL_AltDiction_CP1253_CS_AS |
Geen. Deze sorteringen bestaan in SQL Server 2005 (9.x), maar zijn niet zichtbaar via fn_helpcollations. | Korean_Wansung_Unicode Litouwse Klassieker SQL_AltDiction_CP1253_CS_AS |
191 192 194 |
| Sorteerwijzen | Hindi Macedonisch |
Deze sorteringen bestaan in SQL Server 2005 (9.x) en hoger, maar zijn niet zichtbaar via fn_helpcollations. Gebruik in plaats daarvan Macedonian_FYROM_90 en Indic_General_90. | Hindi Macedonisch |
190 193 |
| Sorteerwijzen | Azeri_Latin_90 Azeri_Cyrilllic_90 |
Azeri_Latin_100 Azeri_Cyrilllic_100 |
Azeri_Latin_90 Azeri_Cyrilllic_90 |
232 233 |
| Configuratie |
SET ANSI_NULLS OFF en ANSI_NULLS OFF databaseoptieSET ANSI_PADDING OFF en ANSI_PADDING OFF databaseoptieSET CONCAT_NULL_YIELDS_NULL OFF en CONCAT_NULL_YIELDS_NULL OFF databaseoptieSET OFFSETS |
Geen.ANSI_NULLSen ANSI_PADDING CONCAT_NULLS_YIELDS_NULL zijn altijd ingesteld op ON.
SET OFFSETS is niet beschikbaar. |
SET ANSI_NULLS OFFSET ANSI_PADDING OFFSET CONCAT_NULL_YIELDS_NULL OFFSET OFFSETSALTER DATABASE SET ANSI_NULLS OFFALTER DATABASE SET ANSI_PADDING OFFALTER DATABASE SET CONCAT_NULL_YIELDS_NULL OFF |
111 113 112 36 111 113 112 |
| Gegevenstypen | sp_addtypesp_droptype |
CREATE TYPEDROP TYPE |
sp_addtypesp_droptype |
62 63 |
| Gegevenstypen | tijdstempelsyntaxis voor het gegevenstype rowversion | syntaxis van rowversion-gegevenstype | TIMESTAMP |
158 |
| Gegevenstypen | Mogelijkheid om null-waarden in te voegen in tijdstempelkolommen . | Gebruik in plaats daarvan een DEFAULT . |
INSERT NULL in TIMESTAMP kolommen |
179 |
| Gegevenstypen | Tabeloptie 'tekst in rij' | Gebruik varchar(max), nvarchar(max), en varbinary(max) gegevenstypen. Zie sp_tableoptionvoor meer informatie. | Optie Tekst in rijtabel | 9 |
| Gegevenstypen | Gegevenstypen: tekst tekst afbeelding |
Gebruik varchar(max), nvarchar(max), en varbinary(max) gegevenstypen. | Gegevenstypen: tekst, ntekst of afbeelding | 4 |
| Databasebeheer | sp_attach_dbsp_attach_single_file_db |
CREATE DATABASE instructie met de FOR ATTACH optie. Als u meerdere logboekbestanden opnieuw wilt opbouwen, gebruikt u de FOR ATTACH_REBUILD_LOG optie wanneer een of meer logboekbestanden een nieuwe locatie hebben. |
sp_attach_dbsp_attach_single_file_db |
81 82 |
| Databaseobjecten | CREATE DEFAULTDROP DEFAULTsp_bindefault sp_unbindefault |
DEFAULT trefwoord in CREATE TABLE en ALTER TABLE |
CREATE_DROP_DEFAULTsp_bindefaultsp_unbindefault |
162 64 65 |
| Databaseobjecten | CREATE RULEDROP RULEsp_bindrulesp_unbindrule |
CHECK trefwoord in CREATE TABLE en ALTER TABLE |
CREËREN_VERWIJDEREN_REGELsp_bindrulesp_unbindrule |
161 66 67 |
| Databaseobjecten | sp_change_users_login |
Gebruik ALTER USER. |
sp_change_users_login |
231 |
| Databaseobjecten | sp_depends |
sys.dm_sql_referencing_entities en sys.dm_sql_referenced_entities |
sp_depends |
19 |
| Databaseobjecten | sp_renamedb |
MODIFY NAME in ALTER DATABASE |
sp_renamedb |
79 |
| Databaseobjecten | sp_getbindtoken |
Gebruik MARS of gedistribueerde transacties. | sp_getbindtoken |
98 |
| Databaseopties | sp_bindsession |
Gebruik MARS of gedistribueerde transacties. | sp_bindsession |
97 |
| Databaseopties | sp_resetstatus |
ALTER DATABASE SET { ONLINE | EMERGENCY } |
sp_resetstatus |
83 |
| Databaseopties |
TORN_PAGE_DETECTION optie van ALTER DATABASE |
PAGE_VERIFY TORN_PAGE_DETECTION optie van ALTER DATABASE |
ALTER DATABASE WITH TORN_PAGE_DETECTION |
102 |
| DBCC | DBCC DBREINDEX |
REBUILD optie van ALTER INDEX. |
DBCC DBREINDEX | 11 |
| DBCC | DBCC INDEXDEFRAG |
REORGANIZE optie van ALTER INDEX |
DBCC INDEXDEFRAG | 18 |
| DBCC | DBCC SHOWCONTIG | sys.dm_db_index_physical_stats |
DBCC SHOWCONTIG | 10 |
| DBCC | DBCC PINTABLE DBCC UNPINTABLE |
Heeft geen effect. | DBCC [UN]PINTABLE | 189 |
| Uitgebreide eigenschappen | Level0type = 'type' en Level0type = 'USER' om uitgebreide eigenschappen toe te voegen aan typeobjecten op niveau 1 of niveau-2. | Gebruik Level0type = 'USER' alleen om een uitgebreide eigenschap rechtstreeks toe te voegen aan een gebruiker of rol. Gebruik Level0type = ' SCHEMA' om een uitgebreide eigenschap toe te voegen aan typen op niveau 1, zoals TABLE of WEERGAVE, of typen niveau-2, zoals KOLOM of TRIGGER. Zie sp_addextendedproperty voor meer informatie. |
EXTPROP_LEVEL0TYPEEXTPROP_LEVEL0USER |
13 14 |
| Programmeren van uitgebreide opgeslagen procedures | srv_alloc srv_convert srv_omschrijven srv_getbindtoken srv_kreeg_aandacht srv_bericht_verwerker srv_paramgegevens srv_paraminfo srv_paramlen srv_parammaxlen srv_parametenaam srv_parameternummer srv_paramset srv_paramsetuitvoer srv_paramstatus srv_paramtype srv_pfield srv_pfieldex srv_rpcdb srv_rpcname srv_rpcnummer srv_rpcoptions srv_rpcowner srv_rpcparams srv_versturenklaar srv_sendmsg srv_sendrow srv_setcoldata srv_setcollen srv_setutype srv_zalconverteren srv_wsendmsg |
Gebruik in plaats daarvan CLR-integratie. | XP_API |
20 |
| Programmeren van uitgebreide opgeslagen procedures | sp_addextendedprocsp_dropextendedprocsp_helpextendedproc |
Gebruik in plaats daarvan CLR-integratie. | sp_addextendedprocsp_dropextendedprocsp_helpextendedproc |
94 95 96 |
| Uitgebreide opgeslagen procedures | xp_grantloginxp_revokeloginxp_loginConfig |
Gebruik CREATE LOGINArgument DROP LOGIN IsIntegratedSecurityOnly van SERVERPROPERTY |
xp_grantloginxp_revokeloginxp_loginconfig |
44 45 59 |
| Functies | fn_get_sql | sys.dm_exec_sql_text |
fn_get_sql | 151 |
| Hoge beschikbaarheid | database-mirroring | AlwaysOn-beschikbaarheidsgroepen Als uw editie van SQL Server geen ondersteuning biedt voor AlwaysOn-beschikbaarheidsgroepen, gebruikt u logboekverzending. |
Database Spiegeling | 267 |
| Indexopties | sp_indexoption |
ALTER INDEX |
sp_indexoption |
78 |
| Indexopties |
CREATE TABLE, ALTER TABLEof CREATE INDEX syntaxis zonder haakjes rond de opties. |
Herschrijf de instructie om de huidige syntaxis te gebruiken. | INDEX_OPTIE | 33 |
| Instantieopties |
sp_configure optie 'Updates toestaan' |
Systeemtabellen kunnen niet meer worden bijgewerkt. Instelling heeft geen effect. |
sp_configure 'updates toestaan' |
173 |
| Instantieopties |
sp_configure Opties:sloten open objecten 'grootte van werkset instellen' |
Nu automatisch geconfigureerd. Instelling heeft geen effect. |
sp_configure 'sloten'sp_configure 'open objecten'sp_configure 'grootte van werkset instellen' |
174 175 176 |
| Instantieopties |
sp_configure optie 'prioriteitsboost' |
Systeemtabellen kunnen niet meer worden bijgewerkt. Instelling heeft geen effect. Gebruik in plaats daarvan de Windows-optie start /high ... program.exe . |
sp_configure "prioriteitsboost" |
199 |
| Instantieopties |
sp_configure optie 'remote proc trans' |
Systeemtabellen kunnen niet meer worden bijgewerkt. Instelling heeft geen effect. |
sp_configure "remote proc trans" |
37 |
| Gekoppelde servers | Geef de SQLOLEDB-provider op voor gekoppelde servers. | Microsoft OLE DB-stuurprogramma voor SQL Server- | SQLOLEDB voor gekoppelde servers | 19 |
| Vergrendeling | sp_lock |
sys.dm_tran_locks |
sp_lock |
99 |
| Metagegevens | FILE_ID INDEXSLEUTEL_EIGENSCHAP |
FILE_IDEXsys.index_columns |
FILE_ID INDEXSLEUTEL_EIGENSCHAP |
15 zeventien |
| Ingebouwde XML-webservices | De CREATE ENDPOINT of ALTER ENDPOINT instructie met de FOR SOAP optie.sys.endpoint_webmethods sys.soap_eindpunten |
Gebruik in plaats daarvan WCF (Windows Communications Foundation) of ASP.NET. | CREATE/ALTER ENDPOINTsys.endpoint_webmethods EXT_soap_endpoints sys.soap_endpoints |
21 22 23 |
| Verwijderbare databases | sp_certify_removablesp_create_removable |
sp_detach_db |
sp_certify_removablesp_create_removable |
74 75 |
| Verwijderbare databases | sp_dbremove |
DROP DATABASE |
sp_dbremove |
76 |
| Veiligheid | De ALTER LOGIN WITH SET CREDENTIAL syntaxis |
Vervangen door de nieuwe ALTER LOGIN ADD en DROP CREDENTIAL syntaxis |
ALTER LOGIN WITH SET CREDENTIAL |
230 |
| Veiligheid | sp_addapprolesp_dropapprole |
CREATE APPLICATION ROLEDROP APPLICATION ROLE |
sp_addapprolesp_dropapprole |
53 54 |
| Veiligheid | sp_addloginsp_droplogin |
CREATE LOGINDROP LOGIN |
sp_addloginsp_droplogin |
39 40 |
| Veiligheid | sp_addusersp_dropuser |
CREATE USERDROP USER |
sp_addusersp_dropuser |
49 50 |
| Veiligheid | sp_grantdbaccesssp_revokedbaccess |
CREATE USERDROP USER |
sp_grantdbaccesssp_revokedbaccess |
51 52 |
| Veiligheid | sp_addrolesp_droprole |
CREATE ROLEDROP ROLE |
sp_addrolesp_droprole |
56 57 |
| Veiligheid | sp_approlepasswordsp_password |
ALTER APPLICATION ROLEALTER LOGIN |
sp_approlepasswordsp_password |
55 46 |
| Veiligheid | sp_changeobjectowner |
ALTER SCHEMA of ALTER AUTHORIZATION |
sp_changeobjectowner |
58 |
| Veiligheid | sp_control_dbmasterkey_password |
Er moet een hoofdsleutel bestaan en het wachtwoord moet juist zijn. | sp_control_dbmasterkey_password |
274 |
| Veiligheid | sp_defaultdbsp_defaultlanguage |
ALTER LOGIN |
sp_defaultdbsp_defaultlanguage |
47 48 |
| Veiligheid | sp_denyloginsp_grantloginsp_revokelogin |
ALTER LOGIN DISABLECREATE LOGINDROP LOGIN |
sp_denyloginsp_grantloginsp_revokelogin |
42 41 43 |
| Veiligheid | GEBRUIKERS_ID | DATABASE_PRINCIPAL_ID | GEBRUIKERS_ID | 16 |
| Veiligheid | sp_srvrolepermissionsp_dbfixedrolepermission |
Deze opgeslagen procedures retourneren informatie die juist was in SQL Server 2000 (8.x). De uitvoer weerspiegelt geen wijzigingen in de machtigingenhiërarchie die is geïmplementeerd in SQL Server 2008 (10.0.x). Zie Machtigingen voor vaste serverfuncties voor meer informatie. | sp_srvrolepermissionsp_dbfixedrolepermission |
61 60 |
| Veiligheid | GRANT ALLDENY ALLREVOKE ALL |
GRANT, DENYen REVOKE specifieke machtigingen. |
ALLE machtigingen | 35 |
| Veiligheid | Intrinsieke functie MACHTIGINGEN | Voer in plaats daarvan een query sys.fn_my_permissions uit. |
TOESTEMMINGEN | 170 |
| Veiligheid | SETUSER | EXECUTE AS |
SETUSER | 165 |
| Veiligheid | RC4- en DESX versleutelingsalgoritmen |
Gebruik een ander algoritme, zoals AES. |
DESX algoritme |
238 |
SET Opties |
SET FMTONLY |
sys.dm_exec_describe_first_result_set, sys.dm_exec_describe_first_result_set_for_object, sp_describe_first_result_set en sp_describe_undeclared_parameters. | SET FMTONLY |
250 |
| Opties voor serverconfiguratie | c2-controleoptie standaard trace ingeschakeld optie |
Common Criteria-compatibiliteit ingeschakelde optie voor serverconfiguratie Overzicht van uitgebreide gebeurtenissen |
sp_configure 'c2-controlemodus'sp_configure 'standaardtracering ingeschakeld' |
252 253 |
| SMO-klassen |
Microsoft.SQLServer.Management.Smo.Information klasMicrosoft.SQLServer. Management.Smo.Settings klasMicrosoft.SQLServer.Management.Smo.DatabaseOptions klaseigenschap Microsoft.SqlServer.Management.Smo.DatabaseDdlTrigger.NotForReplication |
Microsoft.SqlServer.Management.Smo.Server klasMicrosoft.SqlServer.Management.Smo.Server klasMicrosoft.SqlServer.Management.Smo.Database klasGeen |
Geen | Geen |
| Agent van de SQL Server |
net send-melding Pager-melding |
E-mailmelding E-mailmelding |
Geen | Geen |
| SQL Server Management Studio | Solution Explorer-integratie in SQL Server Management Studio | Geen | Geen | |
| Door het systeem opgeslagen procedures | sp_db_increased_partitions |
Geen. Ondersteuning voor verhoogde partities is nu standaard beschikbaar. | sp_db_increased_partitions |
253 |
| Systeemtabellen | sysaltfiles syscacheobjects syscolumns syscomments sysconfigures systeembeperkingen syscurconfigs sysdatabases sysdepends sysdevices sysfilegroups systeembestanden sysforeignkeys sysfulltextcatalogs sysindexen sysindexkeys syslockinfo syslogins sysmembers systeemberichten sysobjects sysoledbusers sysopentapes systeemprestatie-informatie syspermissions sysprocesses sysprotects sysreferences sysremotelogins sysservers systeemtypen systeemgebruikers |
Compatibiliteitsweergaven. Zie Systeemcompatibiliteitsweergaven voor meer informatie. Belangrijk: In de compatibiliteitsweergaven worden geen metagegevens weergegeven voor functies die zijn geïntroduceerd in SQL Server 2005 (9.x). U wordt aangeraden uw toepassingen bij te werken voor het gebruik van catalogusweergaven. Zie Systeemcatalogusweergaven voor meer informatie. |
sysaltfiles syscacheobjects syscolumns syscomments sysconfigures systeembeperkingen syscurconfigs sysdatabases sysdepends sysdevices sysfilegroups systeembestanden sysforeignkeys sysfulltextcatalogs sysindexen sysindexkeys syslockinfo syslogins sysmembers systeemberichten sysobjects sysoledbusers sysopentapes systeemprestatie-informatie syspermissions sysprocesses sysprotects sysreferences sysremotelogins sysservers systeemtypen systeemgebruikers |
141 Geen 133 126 146 131 147 142 123 144 128 127 130 122 132 134 143 140 119 137 125 139 145 157 121 153 120 129 138 136 135 124 |
| Systeemtabellen | sys.numbered_proceduressys.numbered_procedure_parameters |
Geen | genummerde_procedures genummerde_procedureparameters |
148 149 |
| Systeemfuncties | fn_virtualservernodes fn_servergedeeldeschijven |
sys.dm_os_cluster_nodessys.dm_io_cluster_shared_drives |
fn_virtualservernodes fn_servergedeeldeschijven |
155 156 |
| Systeemweergaven | sys.sql_dependencies |
sys.sql_expression_dependencies |
sys.sql_dependencies |
198 |
| Tabelcompressie | Het gebruik van de vardecimale opslagindeling. | Vardecimal opslagindeling is verouderd. Gegevenscompressie in deze versie comprimeert decimale waarden en andere gegevenstypen. U wordt aangeraden gegevenscompressie te gebruiken in plaats van de vardecimale opslagindeling. | Vardecimale opslagindeling | 200 |
| Tabelcompressie | Gebruik van de sp_db_vardecimal_storage_format procedure. |
Vardecimal opslagindeling is verouderd. De functie voor gegevenscompressie van SQL Server comprimeert decimale waarden en andere gegevenstypen. U wordt aangeraden gegevenscompressie te gebruiken in plaats van de vardecimale opslagindeling. | sp_db_vardecimal_storage_format |
201 |
| Tabelcompressie | Gebruik van de sp_estimated_rowsize_reduction_for_vardecimal procedure. |
Gebruik in plaats daarvan gegevenscompressie en de sp_estimate_data_compression_savings procedure. |
sp_estimated_rowsize_reduction_for_vardecimal |
202 |
| Tabelhints |
NOLOCK Opgeven of READUNCOMMITTED in de FROM component van een UPDATE of DELETE instructie. |
Verwijder de NOLOCK hints of READUNCOMMITTED tabelhints uit de FROM component. |
NOLOCKof in UPDATE of READUNCOMMITTEDDELETE |
1 |
| Tabelhints | Tabelhints opgeven zonder het WITH trefwoord te gebruiken. |
Gebruik WITH. |
Tabelhint zonder WITH |
8 |
| Tabelhints | INSERT_HINTS | INSERT_HINTS | 34 | |
| Tekstpointers | SCHRIJFTEXT Tekst bijwerken Lees tekst |
Geen | UPDATETEXT of WRITETEXT Lees tekst |
115 114 |
| Tekstpointers | TEXTPTR() TEKSTVALID() |
Geen | TEXTPTR TEKSTVALID |
5 6 |
| Transact-SQL |
:: functie-aanroepvolgorde |
Vervangen door SELECT <column_list> FROM sys.<function_name>().Vervang bijvoorbeeld SELECT * FROM ::fn_virtualfilestats(2,1) door SELECT * FROM sys.fn_virtualfilestats(2,1). |
':': syntaxis voor het aanroepen van de functie | 166 |
| Transact-SQL | Driedelige en vierdelige kolomverwijzingen. | Tweedelige namen zijn het standaardgedrag. | Meer dan tweedelige kolomnaam | 3 |
| Transact-SQL | Een tekenreeks tussen aanhalingstekens die worden gebruikt als kolomalias voor een expressie in een SELECT lijst:'string_alias' = expressie |
expressie [AS] column_alias expressie [AS] [column_alias] expressie [AS] "column_alias" expressie [AS] 'column_alias' column_alias = uitdrukking |
Letterlijke tekenreeksen als kolomaliassen | 184 |
| Transact-SQL | Genummerde procedures | Geen. Niet gebruiken. | ProcNums | 160 |
| Transact-SQL |
table_name.index_name syntaxis in DROP INDEX |
ON index_nametable_name syntaxis in DROP INDEX. |
DROP INDEX met tweedelige naam |
163 |
| Transact-SQL | Niet eindigen van Transact-SQL instructies met een puntkomma. | Beëindig Transact-SQL instructies met een puntkomma (;). |
Geen | Geen |
| Transact-SQL | GROUP BY ALL |
Gebruik een aangepaste case-by-case-oplossing met UNION of afgeleide tabel. |
GROUP BY ALL |
169 |
| Transact-SQL |
ROWGUIDCOL als kolomnaam in DML-instructies. |
Gebruik $rowguid. | ROWGUIDCOL |
182 |
| Transact-SQL | IDENTITYCOL als kolomnaam in DML-verklaringen. | Gebruik $identity. | IDENTITYCOL | 183 |
| Transact-SQL | Gebruik van #, ## als tijdelijke tabel en tijdelijke opgeslagen procedurenamen. | Gebruik ten minste één extra teken. | '#' en '##' als de naam van tijdelijke tabellen en opgeslagen procedures | 185 |
| Transact-SQL | Gebruik van @ of @@ als Transact-SQL id's. | Gebruik geen @ of @@ of namen die beginnen met @@ als id's. | @en namen die beginnen met @@als Transact-SQL id's | 186. |
| Transact-SQL | Gebruik van DEFAULT trefwoord als standaardwaarde. |
Gebruik het woord DEFAULT niet als een standaardwaarde. |
DEFAULT trefwoord als standaardwaarde |
187 |
| Transact-SQL | Gebruik van een spatie als scheidingsteken tussen tabelhints. | Gebruik een komma om tabelhints te scheiden. | Meerdere tabelhints zonder komma | 168 |
| Transact-SQL | De selectielijst van een geaggregeerde geïndexeerde weergave moet COUNT_BIG (*) bevatten in de compatibiliteitsmodus van 90 | Gebruik COUNT_BIG (*). | Lijst met indexweergave selecteren zonder COUNT_BIG(*) | 2 |
| Transact-SQL | De indirecte toepassing van tabelhints naar een aanroep van een functie met meerdere instructies (TVF) via een weergave. | Geen. | Indirecte TVF-hints | 7 |
| Transact-SQL |
ALTER DATABASE syntaxis:MODIFY FILEGROUP READONLYMODIFY FILEGROUP READWRITE |
MODIFY FILEGROUP READ_ONLYMODIFY FILEGROUP READ_WRITE |
MODIFY FILEGROUP READONLYMODIFY FILEGROUP READWRITE |
195 196 |
| Overige | DB-Library Ingesloten SQL voor C |
Hoewel de database-engine nog steeds verbindingen ondersteunt van bestaande toepassingen die gebruikmaken van de DB-Library- en Embedded SQL-API's, bevat deze niet de bestanden of documentatie die vereist is voor het programmeren van toepassingen die gebruikmaken van deze API's. Een toekomstige versie van de SQL Server Database Engine biedt geen ondersteuning meer voor verbindingen van DB-Library of Embedded SQL-toepassingen. Gebruik geen DB-Library of Embedded SQL om nieuwe toepassingen te ontwikkelen. Verwijder eventuele afhankelijkheden van DB-Library of Embedded SQL wanneer u bestaande toepassingen wijzigt. Gebruik in plaats van deze API's de SQLClient-naamruimte of een API zoals ODBC. De huidige versie bevat niet de DB-Library DLL die is vereist om deze toepassingen uit te voeren. Als u DB-Library of Embedded SQL-toepassingen wilt uitvoeren, moet u beschikken over de DB-Library DLL van SQL Server versie 6.5, SQL Server 7.0 of SQL Server 2000 (8.x). | Geen | Geen |
| Gereedschappen | SQL Server Profiler voor Trace Capture | Gebruik Extended Events Profiler ingesloten in SQL Server Management Studio. | SQL Server Profiler | Geen |
| Gereedschappen | SQL Server Profiler voor traceringsafspeling | Overzicht van gedistribueerde herhaling van SQL Server | SQL Server Profiler | Geen |
| Traceringsbeheerobjecten | Microsoft.SqlServer.Management.Trace-naamruimte (bevat de API's voor SQL Server Trace- en Replay-objecten) | Traceringsconfiguratie: Microsoft.SqlServer.Management.XEvent Tracering lezen: Microsoft.SqlServer.XEvent.Linq Traceringsherhaling: Geen |
||
| Opgeslagen procedures, functies en catalogusweergaven van SQL Trace | sp_trace_createsp_trace_seteventsp_trace_setfiltersp_trace_setstatusfn_trace_geteventinfo fn_trace_getfilterinfo fn_trace_getinfo fn_trace_gettable sys.tracessys.trace_eventssys.trace_event_bindingssys.trace_categories sys.trace_columns sys.trace_subclass_values |
Overzicht van uitgebreide gebeurtenissen | sp_trace_createsp_trace_seteventsp_trace_setfiltersp_trace_setstatusfn_trace_geteventinfo fn_trace_getfilterinfo fn_trace_getinfo fn_trace_gettable sys.tracessys.trace_eventssys.trace_event_bindingssys.trace_categoriessys.trace_columnssys.trace_subclass_values |
258 260 261 259 256 257 |
| Opties instellen |
SET ROWCOUNT voor INSERT, UPDATEen DELETE instructies |
TOP trefwoord |
SET ROWCOUNT |
109 |
Opmerking
De cookieparameter OUTPUT voor sp_setapprole wordt momenteel gedocumenteerd als varbinary(8000) die de juiste maximale lengte is. De huidige implementatie retourneert echter varbinary(50). Als ontwikkelaars varbinary(50) hebben toegewezen, vereist de toepassing mogelijk wijzigingen als de grootte van de cookie in een toekomstige release toeneemt. Hoewel er geen verouderingsprobleem is, komt dit in dit onderwerp ter sprake omdat de toepassingsaanpassingen vergelijkbaar zijn. Zie sp_setapprole voor meer informatie.