Delen via

Serverconfiguratie: gebruikersverbindingen

Van toepassing op:SQL Server

In dit artikel wordt beschreven hoe u de optie voor serverconfiguratie user connections in SQL Server instelt met behulp van SQL Server Management Studio of Transact-SQL. Met de user connections optie geeft u het maximum aantal gelijktijdige gebruikersverbindingen op dat is toegestaan op een exemplaar van SQL Server.

Het werkelijke aantal toegestane gebruikersverbindingen is ook afhankelijk van de versie van SQL Server die u gebruikt, en ook de limieten van uw toepassing of toepassingen en hardware. SQL Server staat maximaal 32.767 gebruikersverbindingen toe. Omdat user connections dit een dynamische optie (zelf configureren) is, past SQL Server zo nodig het maximum aantal gebruikersverbindingen automatisch aan, tot de maximaal toegestane waarde. Als er bijvoorbeeld slechts 10 gebruikers zijn aangemeld, worden elk met 1 verbinding 10 gebruikersverbindingsobjecten toegewezen. Hetzelfde gebeurt als één gebruiker 10 verbindingen tot stand brengt. In de meeste gevallen hoeft u de waarde voor deze optie niet te wijzigen. De standaardwaarde is 0, wat betekent dat de maximumgebruikersverbindingen (32.767) zijn toegestaan.

Als u wilt bepalen hoeveel gebruikersverbindingen uw systeem toestaat, kunt u sp_configure uitvoeren of een query uitvoeren op de sys.configuration-catalogusweergave .

Aanbevelingen

Deze optie is een geavanceerde optie en moet alleen worden gewijzigd door een ervaren databaseprofessional.

Als u de user connections optie gebruikt, voorkomt u dat de server overbelast raakt met te veel gelijktijdige verbindingen. U kunt het aantal verbindingen schatten op basis van systeem- en gebruikersvereisten. Op een systeem met veel gebruikers zou elke gebruiker bijvoorbeeld meestal geen unieke verbinding nodig hebben. Verbindingen kunnen worden gedeeld tussen gebruikers. Gebruikers met OLE DB-toepassingen hebben een verbinding nodig voor elk open verbindingsobject, gebruikers die ODBC-toepassingen (Open Database Connectivity) uitvoeren, hebben een verbinding nodig voor elke actieve verbindingsgreep in de toepassing. Gebruikers die DB-Library toepassingen uitvoeren, hebben één verbinding nodig voor elk proces dat de DB-Library-functie dbopen aanroept.

Belangrijk

Als u deze optie moet gebruiken, moet u de waarde niet te hoog instellen, omdat elke verbinding overhead heeft, ongeacht of de verbinding wordt gebruikt. Als u het maximum aantal gebruikersverbindingen overschrijdt, ontvangt u een foutbericht en kunt u pas verbinding maken als er een andere verbinding beschikbaar is.

Permissions

Voer machtigingen sp_configure uit voor zonder parameters of met alleen de eerste parameter worden standaard aan alle gebruikers verleend. Als u beide parameters wilt uitvoeren sp_configure om een configuratieoptie te wijzigen of om de RECONFIGURE instructie uit te voeren, moet aan een gebruiker de ALTER SETTINGS machtiging op serverniveau worden verleend. De ALTER SETTINGS machtiging wordt impliciet bewaard door de vaste serverfuncties sysadmin en serveradmin .

SQL Server Management Studio gebruiken

  1. Klik in Objectverkenner met de rechtermuisknop op een server en selecteer Eigenschappen.

  2. Selecteer het knooppunt Verbindingen .

  3. Typ of selecteer onder Verbindingen in het vak Maximum aantal gelijktijdige verbindingen een waarde om 032767 het maximum aantal gebruikers in te stellen dat tegelijkertijd verbinding mag maken met het exemplaar van SQL Server.

  4. Start SQL Server opnieuw op.

Azure Data Studio gebruiken

  1. Klik in het deelvenster Verbindingen onder servers met de rechtermuisknop op een server en selecteer eigenschappen.

  2. Selecteer het knooppunt Verbindingen .

  3. Typ of selecteer onder Verbindingen in het vak Maximum aantal gelijktijdige verbindingen een waarde om 032767 het maximum aantal gebruikers in te stellen dat tegelijkertijd verbinding mag maken met het exemplaar van SQL Server.

  4. Start SQL Server opnieuw op.

Gebruik Transact-SQL

  1. Maak verbinding met de database-engine.

  2. Selecteer Nieuwe query in de standaardbalk.

  3. Kopieer en plak het volgende voorbeeld in het queryvenster en selecteer uitvoeren. In dit voorbeeld ziet u hoe u sp_configure gebruikt om de waarde van de user connections optie te 325configureren.

    USE master;
GO

EXECUTE sp_configure 'show advanced options', 1;
GO

RECONFIGURE;
GO

EXECUTE sp_configure 'user connections', 325;
GO

RECONFIGURE;
GO

EXECUTE sp_configure 'show advanced options', 0;
GO

RECONFIGURE;
GO

  4. Start SQL Server opnieuw op.

Zie Server-configuratieoptiesvoor meer informatie.

Opvolgen: Nadat u de optie gebruikersverbindingen hebt geconfigureerd

Het SQL-exemplaar moet opnieuw worden gestart voordat de instelling van kracht kan worden.

Verwante inhoud